Nacht van Schmelzer

De "Nacht van Schmelzer" was een belangrijk politiek moment in Nederland dat plaatsvond op 13 oktober 1966. Het was vernoemd naar de toenmalige fractievoorzitter van de Katholieke Volkspartij (KVP), Norbert Schmelzer.

Tijdens de "Nacht van Schmelzer" diende Schmelzer een motie van afkeuring in tegen het kabinet van premier Jo Cals, dat bestond uit een coalitie van de KVP, de Partij van de Arbeid (PvdA) en de Anti-Revolutionaire Partij (ARP). Schmelzer en andere conservatieve leden van de KVP waren ontevreden over de begrotingsplannen van het kabinet, met name over de voorgestelde belastingverhogingen. Ze vonden dat het kabinet te veel afweek van de verkiezingsbeloften en dat er onvoldoende financiële verantwoording was.

De motie van afkeuring van Schmelzer werd gesteund door de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) en de Christelijk-Historische Unie (CHU), wat resulteerde in een meerderheid van stemmen tegen het kabinet. Als gevolg hiervan trad het kabinet-Cals af.

De "Nacht van Schmelzer" wordt gezien als een keerpunt in de Nederlandse politiek, omdat het de instabiliteit van coalitieregeringen benadrukte en het einde betekende van de regering-Cals. Het leidde uiteindelijk tot nieuwe verkiezingen en de vorming van een nieuw kabinet onder leiding van premier Piet de Jong.

Achtergrond: De jaren 60 waren een turbulente periode in Nederland, gekenmerkt door sociale en politieke veranderingen. Het kabinet-Cals, dat aantrad in 1965, werd geconfronteerd met uitdagingen op het gebied van economie en financiën. Het kabinet-Cals stelde een omvangrijke begroting voor met onder andere belastingverhogingen en bezuinigingsmaatregelen. Deze plannen leidden tot onenigheid binnen de coalitiepartijen. De motie van afkeuring: Norbert Schmelzer, de fractievoorzitter van de KVP, diende een motie van afkeuring in tegen het kabinet-Cals. Hij uitte zijn onvrede over de begrotingsplannen en de gebrekkige financiële verantwoording. De motie kreeg steun van de VVD en CHU, waardoor er een meerderheid ontstond. Aftreden van het kabinet: Na de aanneming van de motie van afkeuring trad het kabinet-Cals af. Dit was een opmerkelijke gebeurtenis, omdat het voor het eerst was dat een kabinet in Nederland viel als gevolg van een motie van afkeuring. De "Nacht van Schmelzer" markeerde een belangrijk keerpunt in de Nederlandse politiek, waarbij de fragiliteit van coalitieregeringen werd blootgelegd en de invloed van fractievoorzitters op het politieke landschap werd benadrukt. Het incident leidde tot meer nadruk op politieke stabiliteit en het belang van interne cohesie binnen coalitiepartijen. Partijen werden voorzichtiger bij het indienen van moties van afkeuring, omdat ze de negatieve gevolgen van een kabinetsval wilden vermijden. De "Nacht van Schmelzer" wordt beschouwd als een keerpunt in de Nederlandse politiek, waarbij het einde van de politieke samenwerking tussen de KVP en de PvdA werd ingeluid. Het markeerde ook het begin van een tijdperk waarin politieke partijen meer verdeeld waren en het moeilijker werd om stabiele coalities te vormen.

De "Nacht van Schmelzer" onthulde ook diepgaande verdeeldheid binnen de Katholieke Volkspartij (KVP). Terwijl Norbert Schmelzer de motie van afkeuring indiende, waren niet alle KVP-leden het ermee eens. Een aantal leden binnen de KVP vond dat Schmelzer te ver was gegaan en beschouwden zijn acties als een verraad aan de coalitiepartners.

De "Nacht van Schmelzer" blijft een belangrijk onderdeel van de Nederlandse politieke geschiedenis en wordt vaak besproken als een voorbeeld van politieke crisis en de gevolgen ervan op de regeringsvorming en politieke dynamiek. Na de verkiezingen van 1967 vormde het nieuwe kabinet-De Jong een meer conservatieve coalitie dan het voorgaande kabinet-Cals. De Jong werd premier en zijn kabinet bestond uit de KVP, VVD, ARP en CHU. Dit markeerde een verschuiving naar een meer rechts georiënteerde regering.